Inderdaad, ik ben ook seksuoloog, je zou dus kunnen denken dat ik een typfoutje heb gemaakt en het om dat intieme gaat waar je volgens de katholieke kerk doof van wordt.
Neen dus, hier is niet de seksuoloog aan het woord maar de cognitieve gedragstherapeut.
Het gaat immers om een van de meest giftige denkprocessen: jezelf dat ‘moeten’ aanpraten en het nog geloven ook.
Hoe vaak zeg jij op een dag tegen jezelf: “Ik moet nog….”
De ene must lijkt al dwingender dan de andere. Je moet die deadlines halen, je moet zorgen dat je relatie passioneel blijft, je moet maken dat ze je aardig vinden, je moet prima resultaten halen, je moet die vetrolletjes kwijt, je slooft je uit om de perfecte mama en de perfecte dochter en de perfecte partner te zijn en je bent uiteraard de perfecte vriendin en de perfecte werknemer, dat moet nu eenmaal zo.
Het musturberen kent zijn klassiekers: je moet perfect zijn in alles wat je doet, de anderen moeten je aardig vinden, het leven moet vlot lopen, de anderen moeten correct zijn.
Neen, denken doe je die zinnetjes niet, maar het zijn wel de kernopvattingen van waaruit je reageert als het anders uitpakt: de passie is het raam uitgevlogen, de deadline dreig je niet te halen, Jolien reageert niet op je voorstel om samen eens te gaan stappen en dat komt uiteraard omdat ze jou niet zo graag heeft …
Dan krijg je het moeilijk.
‘Moeten’ verwijst immers naar behoeften.
‘Willen’ naar verlangens.
Als behoeften dreigen niet vervuld te worden, gaat het organisme in paniek.
Als verlangens dreigen niet vervuld te worden, dan is dat jammer, maar niet bedreigend.
We verwarren die twee.
Waardoor we vaak met innerlijke onrust komen te zitten.
Die kan je dan misschien wel weer weg krijgen door iets meer te masturberen, knipoogt de seksuoloog in me.
Het is tenslotte maar een lettertje verschil.
Tof artikel! Ik heb het geshared op FB 😉 Verwacht me toch aan een paar reacties ….