Wat weerhoudt er je van om te verglijden in de armen van de knappe Morpheus, God van de droom en de slaap?
Het is immers niet evident: volgens onderzoek kent de helft van de bevolking wel eens slaapmoeilijkheden.
Daar kunnen veel redenen voor zijn.
Eentje ervan is een veel voorkomende, al is ze niet oorzakelijk, maar onderhoudend: ze houdt het slaapprobleem in stand.
Ik noem haar:
De juiste oplossing mythe.
Wat mij opvalt in de ‘slaapcursussen’ die ik geef, is dat mensen vaak op zoek zijn naar de perfecte oplossing voor hun slaapstoornis, en zolang ze die niet gevonden hebben, blijven ze er halsstarrig naar op zoek, met vaak een heus shoppinggedrag tot gevolg: de medische en psychologische sectoren worden overmatig geraadpleegd, helaas incluis de oeverloze en niet steeds bonafide alternatieve of para-normale sector. Dit is niet alleen tijd-, geld- en vooral energierovend – en dus des te meer belastend voor mensen die al door hun slaaptekort geen energie teveel hebben – maar ook enorm frustrerend want enig initieel enthousiasme ten spijt, blijkt telkens weer opnieuw dat men na een tijdje moet toegeven dat ook deze benadering het slaapprobleem niet helemaal oplost. Deze queeste naar ‘de juiste’ oplossing is het gevolg van de mythe dat er iets dergelijks zou bestaan. Wel, misschien maak ik u een illusie armer, maar laat het meteen duidelijk wezen : de juiste oplossing bestaat niet, dus u hoeft er ook niet meer zo hopeloos naartoe op zoek te gaan. Een tweede verklaring van deze queeste is dat mensen veel te hoge en onrealistische verwachtingen hebben van de geneeskunde en de wetenschap in het algemeen. Omdat we verwende consumenten zijn op haast alle vlakken, menen we ook te mogen verwachten dat onze behoeften zullen vervuld worden door de wetenschap en de hulpverlening, en liefst meteen. Ook hier is het antwoord ontnuchterend, maar, paradoksaal genoeg, tegelijk ook stimulerend: de medische en psychologische wetenschap doet ontzettend haar best, maar kan niet meer bieden dan wat nu bestaat en dat is inderdaad ontoereikend, maar die beperking moeten we dan maar leren aanvaarden.
Artsen weten evengoed dat pillen niet de goede oplossing zijn, zeker niet op lange termijn, maar ze hebben eenvoudigweg geen alternatief. En het is aan ons om dat alternatief te realiseren, vandaar dat ik zonet schreef dat de beperking ook tegelijk stimulerend kan zijn. Een stimulans om zelf het roer in handen te nemen.
Dat kan op twee manieren. Enerzijds door consequent toe te passen wat er wèl aangeboden wordt door de hulpverlening (en dat is al heel veel, ook al werkt elk ‘middel’ maar voor een deeltje) en dit vervolgens zelf aan te vullen met uw eigen ervaring, creativiteit, wijsheid en inventiviteit. Anderzijds door de ‘restfractie’ te aanvaarden in plaats van ons er tegen te blijven verzetten (hoe meer verzet, hoe groter het probleem). Mindfulness leert hoe je het verzet kan loslaten.
Enkele cursisten hebben hun ervaring met de aanpak van hun slaapproblemen gedeeld. Lees ze cursus.
En als uitsmijter een tip voor de beste plek om in slaap te vallen.
Ga eens naar de rand van de wereld.
De eekhoorn keek met grote ogen naar de wereld om hem heen. Het was een warme dag in de zomer en daar was de grasspriet die groen en scherp omhoogschoot uit de zwarte grond. En daar lag de kiezelsteen met zijn kronkelige grijze strepen, en daar de wortel van de beukenboom waar hij zojuist over was gestruikeld en waarnaast hij met grote ogen naar de wereld zat te kijken. De wereld!
De eekhoorn schudde zijn hoofd en besloot eens nauwkeuriger naar de wereld te kijken. Hij raapte de kiezelsteen op en zag midden in de steen in het wit een paar kleine gaatjes zitten. Hij bracht zijn ogen wat dichterbij en zag op de bodem van een van de gaatjes een stofje liggen, en midden in dat stofje liep, met tranen in zijn ogen, waarin een raam weerspiegeld werd, waarachter …
Op dat ogenblik voelde de eekhoorn een hand op zijn schouder.
‘Wacht even!’ riep hij, maar er was een schaduw over het gaatje in de kiezelsteen gevallen. Hij draaide zich om en keek recht in het vriendelijke gezicht van de giraffe.
‘Eekhoorn!’ zei de giraffe.
De eekhoorn schudde zijn hoofd en zei: ‘Je stoort me, giraffe. Ik zag steeds meer van de wereld, ik kon steeds verder kijken, ik keek al bijna door een raam … en net nu moet jij komen … ‘
‘Ga je mee?’ vroeg de giraffe.
I’, ‘Waarheen?’
‘Op ontdekkingsreis.’ ‘Om wat te ontdekken?’,
‘Ja, als ik dat wist was het geen ontdekkingsreis meer.’ De eekhoorn zuchtte opnieuw. Hij werd zo moe van ontdekkingsreizen. Het waren er zo veel. En elke keer ontdekte je weer iets nieuws. Het was altijd hetzelfde. Hij gooide de kiezelsteen laag over de grond langs het pad, zodat hij een zoemend geluid maakte en in de struik verdween.
‘Goed,’ zei hij. ‘Laten we maar op ontdekkingsreis gaan.’ Hij sjokte achter de giraffe aan, in de richting van de rand van het bos. Daar ontdekten zij de mier die lag te slapen en de beer die aan een met honing ingesmeerd voorwerp sabbelde. Daar ontdekten zij ook hoe warm het was, die dag, en gingen zij zitten aan de oever van de sloot langs het weiland. Samen ontdekten zij daar hoe gemakkelijk het is in slaap te vallen aan de rand van de wereld.
Uit: Toon Tellegen, Misschien wisten zij alles.