fbpx
Verroeste fiets

De kunst van het flaneren

Vreemd hoe een banaal beeld jarenlang in je geheugen kan blijven hangen als een vleermuis in een donkere tunnel.

Zonet plopte in mijn hoofd een onbeduidend beeld op uit een Iraanse film die ik vele jaren geleden zag. Het was een ogenschijnlijk absurd detail in de film, en toch overleefde het ergens in mijn hoofd vele duizenden dagen. Dit is het beeld: een oude man in een klein bergdorpje zit op de trappen van een huis en krijgt van een vrouw wat eten in een kom, wellicht zijn middagmaal.
Dat was het.
Absoluut niets speciaal, maar er straalde wel een grote rust uit die eenvoudige, banale scène.
Wellicht ging de oude man, net als gisteren, nog een praatje maken met een buur, een kaartje leggen met oude vrienden en wat onkruid wieden of stukjes aanmaakhout klieven om dan weer zijn trapje op te gaan en nog een kommetje te eten voor het slapen gaan. En morgen hetzelfde. 

Het is de cyclische tijd die ook de meeste andere diersoorten zo prettig vinden, je hond of je poes bijvoorbeeld. Het is de rust van de herhaling, maar niet het soort rust dat we zelf zouden willen kennen, wegens het doorslaan van de slinger: van prikkel overvloed naar prikkel schaarste. 

Nochtans zoeken we die beleving van cyclische tijd zelf af en toe op, als het ons ‘teveel’ wordt en we een passieve vakantie nemen ‘om er eens uit te zijn’. En ‘uit’ is dan niet alleen in termen van ruimte maar ook van tijd. We lijken dan eventjes op de oude man – de herhaling van eenvoudige handelingen doet ons goed. Met het tentje kamperen, wat koken op een gasvuurtje, een beetje lummelen en als je naar de stad gaat voluit flaneren.
Lummelen, flaneren, dolce far niente… het blijven, ook al zijn we het al jaren eens over de noodzaak van onthaasting, vaardigheden die met uitsterven bedreigd zijn. 
Daarom moeten we ze beschermen.

Laat ons een vereniging oprichten met als motto “Flaneerders aller landen : verenigt u!” of  een clublokaal voor “De Vrienden van de Verloren Tijd”. Of een “Stichting ter Bevordering van het Onnuttige”, met kruisbestuivende leden en kleine intervisiegroepjes. Ik zie ze al bezig, de doorwinterde terrasjeszitters en paalleuners, de lijnvissers en lanterfanters, de ontwerpers van uitvindingen die nooit zullen uitgevonden worden en de fervente onderzoekers van de beweging van anderen, enfin alle specialisten in de Nutteloosheidskunde, het Banalitisme en de Flaneringsvaardigheid. 

Voor hen bij wie dit in de oren klinkt als klokken uit Keulen, starten we alvast met de laatst opgesomde deugd: flaneren. Oefenterrein bij uitstek zijn rommelmarkten, stadsparken, boulevards en promenades. Waar je ook gaat, ga er nooit naartoe met een bewuste intentie van iets specifieks te kopen of te doen, want dan ben je weer om doelgericht bezig terwijl je bij het flaneren nu net per definitie altijd volstrekt nutteloos onderweg bent en nooit aankomt.

Maar je kan uiteraard ook gewoon op je gemakje genieten van de drukte van de anderen. Zo ken ik iemand die zich steevast de eerste solden-dagen op een terrasje installeert met zicht op de waanzin van de hectische koopjes fanaten die zich met koortsige gedrevenheid op de afgeprijsde waren storten, als wilde dieren op een prooi.

Ook volstrekt taboe voor elke leerling-flaneur is tijdsdruk. Flaneren is per definitie tijdloos en eindigt als je goesting op is. Ook dient de kandidaat-flaneur zich voor de aanvang van zijn oefensessie absoluut te ontdoen van alle ‘moetens’, niet-vergeten’s, zorgen en gepieker zodat zijn geest volkomen vrij en ontvankelijk is. In de beginperiode, kan het aangewezen zijn zich te laten vergezellen door een vakkundig model, evenzeer als het volgen van supervisiesessie’s bij een gerespecteerd, doorwinterd flaneur, wiens coördinaten u wellicht vinden kan in de ledenlijst van hogergenoemde verenigingen. 

Zoals u merken kan, flaneren is geen kunst, maar een vaardigheid die kan getraind worden mits het doorstaan van soms taaie afkickverschijnselen en het volhouden van regelmatige, plichtsbewuste training.

Delen

4 gedachten over “De kunst van het flaneren”

  1. Gerda Ghysels

    Wat een mooie, poëtische tekst. Zo vloeiend en beeldrijk, zodat hij uitnodigt om er langzaam en meerdere keren door te flaneren .
    Het doet me denken aan wat ik soms doe als ik een goed boek gelezen heb.
    Het vasthouden, over de cover strijken en dan flaneren door de pagina’s, om nog
    even halt te houden bij bepaalde woorden of zinnen.

  2. Annick De Lange

    Wat een zalige tekst alweer, om van te genieten..; telkens opnieuw… nog eens lezen..
    Ik ben alvast fan; van de activiteit, en wil ook graag lid worden van de verenigingen 😁 ! Ik oefen alvast …

Laat een reactie achter

Ik lees je graag. Het is heel fijn als je een reactie plaatst. Dat brengt leven in de brouwerij. Je emailadres is enkel om de bron van het bericht te verifiëren tegen spam, het wordt uiteraard niet gepubliceerd. Dank je wel voor je reactie!