fbpx

Blijf in je kot, maar verlaat de wachtzaal

‘Het is vreemd’, vertelde een vriend me, ‘ik ben nu al twee weken thuis, hoef niet te werken en toch ben ik elke avond moe en kruip ik vroeg tussen de lakens.’
Ik vroeg hem of de corona crisis hem bezig hield.
‘Heel sterk’, beaamde hij, ‘Ik pieker er voortdurend over. Ben er echt niet gerust in’.
Ik hoefde mijn vriend niet te vertellen dat malen in het hoofd heel wat energie opslorpt, dat wist hij ook wel. Maar ik vermoedde dat het probleem zich ook aan de andere kant situeerde: de oplading van positieve emoties. Ik wist dat zijn werk voor hem een belangrijke bron van energie oplading was, en dat was er nu niet meer.
‘Ik mis het enorm’, zei hij en daar herkende ik wel wat van.

Mijn vrouw zegt altijd dat mijn beste dagen deze zijn waarin ik een seminarie of een opleiding gegeven heb.
De afgelopen weken had ik net als mijn vriend ook af en toe een lusteloos gevoel.
Ik probeerde cursussen online uit te werken en online consultaties te houden, en zat dus elke dag vele uren aan mijn pc gekluisterd. Daar werd ik niet gelukkiger van.
Ik besefte dat ik uit mijn taai gewoontepatroon – nuttig en productief bezig zijn – moest treden en nam een beslissing.

‘Wat deed ik vroeger dat me blij maakte en energie gaf?’, vroeg ik aan mijn vrouw.
‘Van die onnozele dingen.’
‘Wat bedoel je?’, zei ik licht geïrriteerd.
‘Wel ja, je maakte dan in de tuin van die gekke dingen, daar was je uren, vaak dagen zoet mee en je ging er in op als een klein kind dat op het strand een zandkasteel bouwt.’
Ik voelde wel aan wat ze bedoelde, maar er schoot me niets concreet te binnen.
‘Zoals die paardjes die je voor het raam van onze dochter liet draaien’, riep ze vanuit de keuken.
Dat herinnerde ik me. Bij een schroothandelaar had ik paardjes in hard plastic van een halve meter groot opgekocht, en er onderaan een gat in geboord. Daar stak ik een twee meter lange bamboestok in zodat de paardjes, als ik onder haar slaapkamer stond, net voor haar raam verschenen. Als ze dan slapen ging en het was nog licht, dan lokte mijn vrouw haar naar het raam en draaide ik, met de rug tegen de muur en dus onzichtbaar voor haar, de paardjes in het rond.

Nu kwam het allemaal terug. Ik maakte ook totempalen in de tuin, zo’n drie meter hoog. De ene was een reeks om-en-om gestapelde Yves Klein-blauwe emmers. Een andere een reeks felkleurige plastic gebruiksvoorwerpen zoals kannen en kommen die ik in een Afrikaanse bazaar voor een prik had gekocht, en met elkaar verbond door schepjes, krabbertjes en potjes strandspeelgoed.
Die plotse duik in le petit paradis du souvenir, deed me beseffen hoe de prestatiedruk en het werkethos de dief waren geworden van de speelsheid en de creativiteit die ongemerkt uit mijn leven was verdwenen.
Ik draalde even rond en toen begaf ik me naar de kelder.

Daar vond ik een kist waarin ik de afgelopen twintig jaar allerlei dingen propte waarvan ik dacht: daar kan ik later misschien iets mee bricoleren.
Ik wist absoluut niet meer wat er allemaal in zat, en leek wel koortsig op schattenjacht. Toen ik in de tuin alles overzichtelijk in het gras legde, pikte ik er meteen drie dingen uit: een oud diep bord met de afbeelding van een heilige op de bodem, een kapot Mexicaans speelgoedvogeltje dat ooit klapwieken kon en een oude pupiter voor partituren.
En ik was vertrokken.

De droogte van de vorige zomer in herinnering en een vermoeden dat de heilige wel eens Sint Fransiscus kon wezen – wat fout bleek, het was Ambrosius – maakte dat ik van het bord een drinkkommetje maakte met vers water voor de vogels in dit droge voorjaar. Ik duwde het Mexicaanse vogeltje met zijn staart in het gat van een zware steen uit Wissant en plaatste het voor het bord. Zo zouden de vogels meteen snappen wat de bedoeling was, sprak het plots ontwaakte kind in mij.

En de pupiter, die plaatste ik in de boom waar de vogel zat die mij elke ochtend wekte met een prachtig lied. Ik dacht: stel dat die vogel, net zoals ik, met het ouder worden meer en meer vergeet en hij op een dag zijn lied niet meer herinneren kan.
Dit werd mijn plan: ik zoek zijn gezang op – te vinden op de site van Natuurpunt – en laat het door een bevriend muzikant uitschrijven in een partituur (in afwachting doe ik het met eentje van Messiaen). Dat plastificeer ik en plaats het op de partituurpupiter onder de boom, zodat de ooit onder geheugenverlies lijdende vogel zich zijn lied weer herinneren zou.

Toen ik twee uur later weer binnen kwam zei mijn vrouw: ‘Wat heb jij gedaan? Je ziet er zo vol energie uit?’
‘O, zoiets als cursus geven.’

Lezer, wat deed jij vroeger dat je blij maakte en energie gaf?

Doe even je ogen dicht nu, stel je voor dat je plaats neemt in een trein die achteruit doorheen je leven rijdt, en stopt in een stationnetje waar je uitstapt omdat je daar iets deed dat je hart hazensprongetjes doet maken, of dat je een gloed van energie gaf.
Hoe zou je dit een nieuwe plaats in je huidig leven kunnen geven?

Maak een afspraak met jezelf, blijf in je kot en verlaat de wachtzaal.

Delen

3 gedachten over “Blijf in je kot, maar verlaat de wachtzaal”

  1. Prachtig Wilfried, zo begaan met de natuur … ik werd stil, verdrietig en tegelijkertijd vrolijk en warm vanbinnen.
    Sinds het Paasverlof heb ik mezelf verplicht korte teksten over voorjaarsbloeiers te schrijven voor mijn Facebookpagina, dit om de 2 dagen. Ik haat het eigenlijk teksten schrijven omdat ik daar niet goed in ben. Maar tot mijn eigen verbazing ben ik steeds tevreden als de tekst af is en het me opnieuw gelukt is. Nota bene: mijn dochters lezen de tekst na ter verbetering 🙂
    Hou je gezond en geniet van je creativiteit.

  2. Ja ,Wilfried , dat herinner ik me goed van jouw tuin en de vele absurdistische en dadaiistische leukigheden in je struiken en bomen . Dat was altijd heel inspirerend om het leven van de luchtige kant te bezien . Dus ja : kunst in al zijn hoedanigheden verfrist het gemoed !

  3. Wat mooi Wilfried
    je partituur voor de vogel maakt me weemoedig blij !
    dank je
    en ik ga mijn ogen sluiten en denken aan gebeurtenissen waar mijn hart kan van opspringen
    Merci ! schoon !

Laat een reactie achter

Ik lees je graag. Het is heel fijn als je een reactie plaatst. Dat brengt leven in de brouwerij. Je emailadres is enkel om de bron van het bericht te verifiëren tegen spam, het wordt uiteraard niet gepubliceerd. Dank je wel voor je reactie!